donderdag 2 september 2010

Steniging

Aan Selims oprechte bedoelingen twijfel ik geen moment. Het steekt wel dat de islam voor de zoveelste keer de aandacht opeist. Vergeet de iftar-maaltijden die slechts worden georganiseerd omdat er veel subsidie aan de dissen kleeft. En vergeet de beschuldigingen van islambashen en islamofobie.
 
Ondanks dat Kader Abdolah van de barmhartige Allah ook nog een lieve Allah heeft gemaakt in zijn Teletubbie-versie van de koran, schijnt – mirabile dictu – zelfs Allah niet naar Abdolah te luisteren. En  de geestelijken onder zijn  landgenoten in zijn beeldschone land van oorsprong evenmin. Wellicht moet zijn versie van de koran in het Perzisch hertaald worden. Een onbegrepen profeet is uiteindelijk geen profeet.
Het geeft natuurlijk geen pas om moefti’s uit te leggen dat steniging voor overspel niet voorkomt in de koran; de straf is honderd geselingen. Dat is al wat liever van Allah, die in de koran eraan toevoegt: ‘en laat geen mededogen met hen (i.e. de ontuchtplegers) u bevangen.’ Dit is echter minder barmhartig. In 2010 peinzen over geseling of steniging moet wel de definitie zijn van hels cynisme. Beweren dat steniging eigenlijk wel voorkwam in een vers dat verloren is geraakt uit de koran - het papier waarop het was neergeschreven zou aangetast zijn onder het bed van Aïcha, de laatste vrouw van Mohammed – en hiervoor ‘bewijs’ vinden in de hadith-overleveringen, stemt, zacht gezegd, niet optimistisch over de intellectuele graad van de mens. Er is altijd de lach, hoe wrang ook, die het hart verlicht, maar niets teweegbrengt - en hoe vurig wenste ik de lach van een leeuw te hebben. Als koning Nobel zijn tanden ontbloot heeft dat wel consequenties. Dan vallen de stenen wel uit bevende handen.



Het is makkelijker de duivel te stenigen dan een liebaard te confronteren, getuige één van de rituelen tijdens de jaarlijkse pelgrimage naar Mekka. Satan wordt radjiem genoemd, ‘de gestenigde’, omdat hij door de engelen met vallende sterren zou worden bekogeld. Overigens een mooi bewijs voor de vaak gehoorde stelling dat alles wat in de koran staat wetenschappelijk onderbouwd is. (Mijn andere favoriet is de zon die in een hete bron onder gaat.)
De regels die nu gelden voor het stenigen van overspelige vrouwen (want het zijn vooral vrouwen die deze gruwel moeten ondergaan) golden oorspronkelijk voor de stenigingrite in Mina, een stadje ten oosten van Mekka. Hoeveel stenen er geworpen dienden te worden (zeventig)  en wat de grootte van de stenen moest zijn (groter dan een linze, maar kleiner dan een noot). Sommige bronnen staan echter dadelpitten, kamelenkeutels en zelfs dode mussen toe. Satan blij maken met een dode mus. Arme Satan! Alsof de brandplekken in de hemel niet genoeg zijn. 

Voor de steniging van vrouwen mogen de stenen echter groter zijn. Als ik het wel heb, dan moeten ze de hand vullen. Ze moeten van de grond worden opgeraapt (radjm betekent ook ‘steenhoop’) en niet uit een rots gehouwen. Ik ga dit overigens niet allemaal nazoeken. De lach is al een bloedende wond geworden. Ironisch is wel dat in de koran wel wordt verwezen naar het stenigen van profeten. Welke profeet zou, na eigen ervaring, zo’n straf opleggen aan anderen? Niet een barmhartige profeet. Jezus was dan ook de zoon van God.
En arme Sakineh Moahammadi Ashtiani; zij is al gegeseld en dreigt nu ook nog gestenigd te worden voor zinaa – hetgeen niet enkel ‘overspel’ betekent, maar ‘ontucht’ in het algemeen, dat wil zeggen, seks zonder in de echt verbonden te zijn. Wat de rechtsgang betreft, volstaat het te zeggen dat één van haar advocaten naar Noorwegen is gevlucht.

De vrouw verdient dus dezelfde straf als de grote tegenstrever van Allah, Iblis, de Duivel. Een bekende uitspraak onder minder vriendelijke imams is: ‘Vrouwen zijn de valstrikken van Satan.’ Ashtiani heeft zelf gezegd dat de enige reden dat zij tot deze straf is veroordeeld het feit is dat ze een vrouw is. Dat is een bittere en droeve waarheid.

De man met wie zij ontucht zou hebben gepleegd, krijgt geen lijfelijke straf. Laat staan dat hij dood moet worden gegooid. Haar twee kinderen hebben een smeekbede geplaatst op internet om hun moeder te redden. Er kan een petitie getekend worden en in honderd steden wereldwijd wordt tegen haar aanstaande executie geprotesteerd. In Amsterdam heeft de onvolprezen schrijfster Nahed Selim het initiatief genomen en zij zal dan ook spreken. De gruwel hangt boven Ashtiani en haar kinderen. De eer voor dit stuk komt Selim toe.
Ik maak mij geen illusies over de consequenties van zo’n protest. Noch geeft mijn steun mij een gevoel van morele superioriteit. Er zullen ongetwijfeld meer slachtoffers zijn die niet het geluk hebben van doortastend kroost en internationale media-aandacht en humanitaire organisaties. Noch is zo’n protest Westerse bemoeienis met de binnenlandse aangelegenheden van een soevereine staat. Nu ongure aspecten van  de islam eenmaal onze levens zijn binnengedrongen, vaak zonder te kloppen, is het onontbeerlijk om af en toe de ongenode, schimmige gasten luidruchtig te laten weten dat ze niet welkom zijn. Ze eruit te schoppen. Aan Selims oprechte bedoelingen twijfel ik geen moment. Het steekt wel dat de islam voor de zoveelste keer de aandacht opeist. Vergeet de iftar-maaltijden die slechts worden georganiseerd omdat er veel subsidie aan de dissen kleeft. En vergeet de beschuldigingen van islambashen en islamofobie.

Er is namelijk geen agressie en geen vrees in het gehoor geven aan de oproep van twee kinderen die hun moeder willen redden van mannelijke barbarij.

Hafid Bouazza (1970) is schrijver en essayist. Hij publiceerde eerder onder meer De voeten van Abdullah (E. du Perronprijs 1996), Momo, Een beer in bontjas (Boekenweekgeschenk 2001), Salomon, Paravion (De Gouden Uil 2004) en Spotvogel (2009). Daarnaast vertaalt hij poëzie en schreef hij toneelstukken. Steniging verscheen vandaag in de Volkskrant. Geplaatst met toestemming van de auteur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten